Hoe stel ik een label op voor een casco utiliteitsgebouw, (loft)woning of unit waarin (nog) geen installatietechnische voorzieningen aanwezig zijn? Mag ik bij de casco oplevering van nieuwbouw de labels opstellen aan de hand van forfaitaire waarden? En hoe ga ik hiermee om bij bestaande gebouwen die niet verwarmd worden maar wel een labelplichtige gebruiksfunctie hebben, zoals slagerijen en bloemisterijen?

82.1/75.1 - basis - detail


De NTA8800 heeft hiervoor geen oplossing. Het uitgangspunt is dat er altijd verwarming voorkomt in een energieprestatieplichtig gebouw. Als een gebouw structureel niet verwarmd wordt en geen labelplichtige functie heeft, kan er geen energielabel worden opgesteld. Als in een gebouw met een labelplichtige gebruiksfunctie >50m2 (of woning) tijdelijk geen verwarming aanwezig is, moet worden uitgegaan van de verwarmingsbron die voorafgaand aan de opname als laatste aanwezig is geweest. Als dit niet bekend is, moet worden uitgegaan van een conventionele ketel. Zie paragraaf 9.3.


Voor bestaande gebouwen wordt de labelplicht bepaald door de gebruiksfunctie, niet door het wel of niet werkelijk aanwezig zijn van een verwarmingsinstallatie. Omdat de gebruiksfunctie 'winkel' labelplichtig is, geldt voor bestaande winkels een labelpicht, ook als de winkel geen verwarmingsintallatie heeft. De voorschriften in het protocol (par. 9.3.1) voor het tijdelijk afwezig zijn van een verwarmingsinstallatie moeten dan worden gevolgd. Het protocol voorziet ook in opnamevoorschriften voor de situatie waarin geen tapwaterinstallatie of verlichtingsinstallatie (utiliteit) aanwezig is.


Formeel geldt voor gebouwen die casco (zonder installaties) worden opgeleverd met een EP-plichtige gebruiksfunctie ook een labelplicht, maar er is tot nader bericht sprake van een gedoogbeleid waarbij de ILT niet handhaaft op de aanwezigheid van een energielabel bij oplevering van Casco gebouwen. Als je toch een label wilt opstellen, moet je eveneens uitgaan van de uitgangspunten die het protocol voorschrijft, of, als er geen gebouwgebonden verwarmingsinstallatie aanwezig is, maar er is wel een mobiele elektrische verwarming aanwezig, dan mag deze worden opgenomen.


NB: De uitzonderingen op de labelplicht kun je hier vinden: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/energielabel-woningen-en-gebouwen/vraag-en-antwoord/wanneer-is-het-energielabel-voor-woningen-verplicht

en in artikel 6.28 van de BBL: https://wetten.overheid.nl/BWBR0041297/2024-01-01#Hoofdstuk6


13-11-2024


Wij adviseren je bovenstaand antwoord op te nemen in het projectdossier. Je mag afwijken van het antwoord mits zorgvuldig onderbouwd. Voor meer informatie over onze werkwijze verwijzen we naar  https://stichtingkego.nl/over-ons/


 Oude antwoord:


De NTA8800 heeft hiervoor geen oplossing. Het uitgangspunt is dat er altijd verwarming voorkomt in een energieprestatieplichtig gebouw. Als een gebouw structureel niet verwarmd wordt en geen labelplichtige functie heeft, kan er geen energielabel worden opgesteld. Als in een gebouw met een labelplichtige gebruiksfunctie >50m2 (of woning) tijdelijk geen verwarming aanwezig is, moet worden uitgegaan van de verwarmingsbron die voorafgaand aan de opname als laatste aanwezig is geweest. Als dit niet bekend is, moet worden uitgegaan van een conventionele ketel. Zie paragraaf 9.3.


Voor bestaande gebouwen wordt de labelplicht bepaald door de gebruiksfunctie, niet door het wel of niet werkelijk aanwezig zijn van een verwarmingsinstallatie. Omdat de gebruiksfunctie 'winkel' labelplichtig is, geldt voor bestaande winkels een labelpicht, ook als de winkel geen verwarmingsintallatie heeft. De voorschriften in het protocol (par. 9.3.1) voor het tijdelijk afwezig zijn van een verwarmingsinstallatie moeten dan worden gevolgd. Het protocol voorziet ook in opnamevoorschriften voor de situatie waarin geen tapwaterinstallatie of verlichtingsinstallatie (utiliteit) aanwezig is.


Formeel geldt voor gebouwen die casco (zonder installaties) worden opgeleverd met een EP-plichtige gebruiksfunctie ook een labelplicht, maar er is tot nader bericht sprake van een gedoogbeleid waarbij de ILT niet handhaaft op de aanwezigheid van een energielabel bij oplevering van Casco gebouwen. Als je toch een label wilt opstellen, moet je eveneens uitgaan van de uitgangspunten die het protocol voorschrijft, of, als er geen gebouwgebonden verwarmingsinstallatie aanwezig is, maar er is wel een mobiele elektrische verwarming aanwezig, dan mag deze worden opgenomen.


NB: De uitzonderingen op de labelplicht kun je vinden in artikel 6.28 van de BBL: https://wetten.overheid.nl/BWBR0041297/2024-01-01#Hoofdstuk6


28-04-2024


Wij adviseren je bovenstaand antwoord op te nemen in het projectdossier. Je mag afwijken van het antwoord mits zorgvuldig onderbouwd. Voor meer informatie over onze werkwijze verwijzen we naar  https://stichtingkego.nl/over-ons/